Kleine reigersbeksnuitkever
Kleine reigersbeksnuitkever | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Een exemplaar dat verzameld werd in Zandvoort. | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Limobius mixtus Boheman, 1834 | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
|
De kleine reigersbeksnuitkever[1] (Limobius mixtus) is een kever uit de familie snuitkevers (Curculionidae).
Naam en indeling
[bewerken | brontekst bewerken]De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst voorgesteld door Carl Henrik Boheman in 1834.
Uiterlijke kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De lichaamslengte bedraagt ongeveer drie tot vijf millimeter. De lichaamskleur is bruin met lichtere lengtestrepen. De schubben aan de dekschilden (elytra) zijn enkelvoudig en niet gevorkt zoals bij de gelijkende soort Limobius winkelmanni.[2] Er is ook een grote reigersbeksnuitkever (Brachypera dauci), die ongeveer dezelfde kleuren heeft maar ongeveer twee keer zo groot is.
Levenswijze
[bewerken | brontekst bewerken]De kleine reigersbeksnuitkever leeft van planten en is monofaag op soorten uit de ooievaarsbekfamilie (Geraniaceae). De kever wordt alleen gevonden op de reigersbek (Erodium cicutarium) en de verwante soort Erodium malacoides. De larven van de kever leven in de stengels van de plant, waar ze gangen in eten.[3]
Verspreiding en habitat
[bewerken | brontekst bewerken]De soort komt voor in delen van Europa. In Nederland komt de kever voornamelijk voor in het westen van het land.[4]
Bronvermelding
[bewerken | brontekst bewerken]Referenties
- ↑ Nederlands Soortenregister, kleine reigersbeksnuitkever (Limobius mixtus).
- ↑ Jiří Skuhrovec & Miguel A. Alonso-Zarazaga, Revision of the genus Limobius, with the description of a new species (Coleoptera, Curculionidae, Hyperini). Gearchiveerd op 9 februari 2023.
- ↑ Bladmineerders.nl, Limobius mixtus.
- ↑ Waarneming.nl, Kleine reigersbeksnuitkever - Limobius mixtus. Gearchiveerd op 18 augustus 2023.